Gegarandeerde verbinding
Tapes en lijmlagen

Bij de gebouwafdichting wordt verlijming gebruikt om onderdelen, die zonder extra verlijming geen verbinding kunnen aangaan, met lijm permanent en stevig met elkaar te verbinden. Tegelijkertijd moeten deze verbindingen overeenkomstig de norm in staat zijn »de gebruikelijke bewegingen van gebouwen op te vangen«. Vaak voorkomende ondergronden in de bouw (bijvoorbeeld op basis van mineralen, metalen, kunststof en hout) hebben zeer verschillende oppervlakte-eigenschappen (structuur, oppervlaktespanning, …) Goede kleefbanden zijn het resultaat van een ideaal evenwicht tussen cohesie & adhesie, zodat ze zowel intern goed kleven als goed aan het oppervlak kleven.

Om deze materialen met elkaar te verbinden, worden lijmen gebruikt die

  • een stevige verbinding met de ondergrond aangaan (adhesie) en
  • voldoende interne stevigheid bezitten (cohesie)

Krachten in de lijmvoeg


Wanneer het mis gaat bij lijmverbindingen

Lijmverbindingen kunnen het om verschillende redenen begeven. In het optimale geval is de verlijming sterker dan het te verlijmen materiaal.

Adhäsionsversagen

Adhesiebreuk:

De kleefkracht van de lijm op een van de ondergronden is te gering. De lijm komt bij belasting zonder restanten achter te laten los van de ondergrond.

  1. Drager
  2. Lijmen
  3. Ondergronden
Adhäsionsversagen

Cohesiebreuk:

De lijm kan zich voldoende stevig hechten aan de ondergrond. Maar de interne kleefkrachten in de voeg zijn te gering, waardoor de lijm al bij geringe belastingen langzaam uit elkaar wordt getrokken. Op beide oppervlakken blijft daarbij een laagje lijm achter. Dit kan een aanwijzing zijn dat er sprake is van een te lage interne stevigheid.

Untergrundbruch

Ondergrondbreuk:

Zowel de adhesie- als de cohesiekrachten zijn sterk genoeg en zorgen voor voldoende hechting tussen de bouwelementen en met de twee ondergronden. Bij grotere belastingen is het niet de lijm(verbinding), maar één van de 2 ondergronden zelf die het begeeft.


Alles draait om de uiteindelijke stevigheid

Bij te zachte lijmen lijkt de verlijming van hoge kwaliteit te zijn: in het begin hechten ze zeer goed, maar de uiteindelijke stevigheid is te gering. Een mogelijk gevolg hiervan is dat de gerealiseerde verbindingen het bij langdurige kleine belastingen (bijv. het gewicht van het isolatiemateriaal) begeven. Optimaal zijn lijmen die voldoende klevend zijn om in het begin te zorgen voor een stevige hechting van de kleefband op de ondergrond en daarna voldoende stug zijn om onvoorziene lasten te kunnen opvangen.

De kwaliteit van een kleefband kan dus niet zomaar worden beoordeeld door de kleverigheid met een vinger te testen. De aanvankelijke kleverigheid van een lijm zegt namelijk nog niets over de uiteindelijke stevigheid van de lijmverbinding. Factoren die van invloed zijn op de uiteindelijke stevigheid zijn onder andere de ruwheid van de ondergrond en de omgevingstemperaturen. Bij gladde oppervlakken en warme temperaturen wordt de uiteindelijke stevigheid eerder bereikt dan bij ruwe oppervlakken en koude temperaturen. Bij pro clima-kleefbanden zijn de aanvankelijke kleverigheid en de uiteindelijke stevigheid perfect in balans.

Abscheren

Belastingvoorbeeld folieoverlapping: de kleefband komt onder afschuifspanning te staan. Te zachte kleefbanden begeven het op dat moment.


Wat een pro clima lijm laag kan

Blijft plakken, zelfs als het vochtig is

Plakken in een lijmlaag, het connect principe

Flexibel blijven

Plakt ook op ruwe ondergronden


Meer informatie rondom het thema verbinden


Afdichtingssystemen voor duurzame gebouwbescherming