AEROFIXX
Afbeeldingengalerij AEROFIXX
1. AEROFIXX voorbereiden
Spuitpistool is nog niet op perslucht aangesloten.
Sproeikop losdraaien en de gewenste spuittips gereed leggen.
1. AEROFIXX voorbereiden
Spuitpistool is nog niet op perslucht aangesloten.
Sproeikop losdraaien en de gewenste spuittips gereed leggen.
2. Worstverpakking plaatsen
Worstverpakking van 600 ml AEROSANA VISCONN of AEROSANA VISCONN FIBRE in het spuitpistool plaatsen.
Voor het eerste gebruik en daarna regelmatig een beetje smeer- of onderhoudsolie resp. siliconenspray in de cilinder spuiten.
2. Worstverpakking plaatsen
Worstverpakking van 600 ml AEROSANA VISCONN of AEROSANA VISCONN FIBRE in het spuitpistool plaatsen.
Voor het eerste gebruik en daarna regelmatig een beetje smeer- of onderhoudsolie resp. siliconenspray in de cilinder spuiten.
3. Worstverpakking openen
Worstverpakking een stukje uit de AEROFIXX trekken en bijv. met een stanleymes of een schaar opensnijden.
Daarna weer in de loop laten glijden.
3. Worstverpakking openen
Worstverpakking een stukje uit de AEROFIXX trekken en bijv. met een stanleymes of een schaar opensnijden.
Daarna weer in de loop laten glijden.
4. Sproeikop vastdraaien
Bij het vastdraaien van de sproeikop ervoor zorgen dat de inwendige spuittip vlak op de worstverpakking aansluit.
4. Sproeikop vastdraaien
Bij het vastdraaien van de sproeikop ervoor zorgen dat de inwendige spuittip vlak op de worstverpakking aansluit.
5. Luchtkop plaatsen
Luchtkop stevig met de hand in de sproeikop draaien.
5. Luchtkop plaatsen
Luchtkop stevig met de hand in de sproeikop draaien.
6. AEROFIXX aansluiten
Spuitpistool op perslucht aansluiten.
Benodigde lucht ca. 250 l/min.
Met het reduceerventiel de druk instellen op 6 bar.
6. AEROFIXX aansluiten
Spuitpistool op perslucht aansluiten.
Benodigde lucht ca. 250 l/min.
Met het reduceerventiel de druk instellen op 6 bar.
7. Luchthoeveelheid instellen
Hoeveelheid lucht instellen op het spuitpistool.
Op 'helemaal open' zetten en daarna een halve draai sluiten voor een goede basisinstelling.
7. Luchthoeveelheid instellen
Hoeveelheid lucht instellen op het spuitpistool.
Op 'helemaal open' zetten en daarna een halve draai sluiten voor een goede basisinstelling.
8. Materiaalhoeveelheid instellen
Ring onder de spuittip draaien.
De materiaalhoeveelheid wordt richting rilstand groter en richting sproeistand kleiner.
Basisinstelling: midden.
8. Materiaalhoeveelheid instellen
Ring onder de spuittip draaien.
De materiaalhoeveelheid wordt richting rilstand groter en richting sproeistand kleiner.
Basisinstelling: midden.
9. Spuitafstand
De afstand tot de ondergrond dient ca. 10 cm te bedragen.
Bij het spuiten het pistool haaks op de ondergrond houden.
9. Spuitafstand
De afstand tot de ondergrond dient ca. 10 cm te bedragen.
Bij het spuiten het pistool haaks op de ondergrond houden.
10. Laagdikte
De minimale dikte bedraagt 600 μ.
Met een meetsjabloon controleren.
De minimale dikte is bereikt als er een licht gegolfd, ietwat klonterig, aaneengesloten oppervlak ontstaat (sinaasappeleffect).
10. Laagdikte
De minimale dikte bedraagt 600 μ.
Met een meetsjabloon controleren.
De minimale dikte is bereikt als er een licht gegolfd, ietwat klonterig, aaneengesloten oppervlak ontstaat (sinaasappeleffect).
11. Oppervlakken besproeien
De beste dekking wordt bereikt door eerst een laag horizontaal en daarna kruisgewijs een laag verticaal aan te brengen.
Ervoor zorgen dat afzonderlijke banen elkaar overlappen.
11. Oppervlakken besproeien
De beste dekking wordt bereikt door eerst een laag horizontaal en daarna kruisgewijs een laag verticaal aan te brengen.
Ervoor zorgen dat afzonderlijke banen elkaar overlappen.
12. Voegen vullen (rilstand)
Ring onder de spuittip in de 'rilstand' draaien en voeg met afdichtingsril vullen.
12. Voegen vullen (rilstand)
Ring onder de spuittip in de 'rilstand' draaien en voeg met afdichtingsril vullen.
13. Voegen overspuiten
Daarna ring weer in de 'spuitstand' draaien en voeg rijkelijk met afdichtingsmateriaal overspuiten.
13. Voegen overspuiten
Daarna ring weer in de 'spuitstand' draaien en voeg rijkelijk met afdichtingsmateriaal overspuiten.
14. Worstverpakking verwijderen
Sproeikop losdraaien en inwendige spuittip verwijderen.
De lege worstverpakking met perslucht uit de loop van het pistool drukken.
14. Worstverpakking verwijderen
Sproeikop losdraaien en inwendige spuittip verwijderen.
De lege worstverpakking met perslucht uit de loop van het pistool drukken.
15. Opnieuw vullen
Pistool indien nodig reinigen.
Zuiger terug in het pistool schuiven en nieuwe worstverpakking plaatsen.
15. Opnieuw vullen
Pistool indien nodig reinigen.
Zuiger terug in het pistool schuiven en nieuwe worstverpakking plaatsen.
16. AEROFIXX reinigen
Sproeikop losdraaien en worstverpakking verwijderen.
Pistool met een vochtige doek afvegen.
Spuittips en sproeikop met water afspoelen.
Schoonmaakwater opvangen en volgens de voorschriften verwijderen.
16. AEROFIXX reinigen
Sproeikop losdraaien en worstverpakking verwijderen.
Pistool met een vochtige doek afvegen.
Spuittips en sproeikop met water afspoelen.
Schoonmaakwater opvangen en volgens de voorschriften verwijderen.
Veiligheidsinstructies:
Lees de bijgevoegde veiligheidsinstructies van de AEROFIXX.
De algemene veiligheidsvoorschriften voor het werken met perslucht zijn van toepassing.
Bij gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.